Wereldwijd worden er zo’n 5 miljard mailings op jaarbasis verstuurd: een enorm aantal. Dat geeft aan dat e-mailmarketing nog steeds heel belangrijk blijft. Waarom? Heel simpel: het is (relatief) goedkoop, krachtig en persoonlijk. Maar hoe zorg je ervoor dat tussen die miljarden mailings jouw campagne haar doel niet mist?
1. Mail niet om een frequentie te behouden
Er moet een reden, aanbod of boodschap zijn waarom je mailt. Het is verstandig om altijd een doel te koppelen aan je mailing. Het kan geen kwaad om voor iedere mailing een interne benchmark op te stellen en deze ook in de loop van de tijd bij te houden. Let ook op het openingspercentage, het klikpercentage en de conversieratio van de campagne. Dit is waardevolle informatie.
2. Kies een geschikt onderwerp voor je e-mail
Als de mailingcampagne een doel heeft, is het veel makkelijker om het onderwerp te formuleren. Bij een goede onderwerpregel schets je bij de ontvanger een bepaalde verwachting. Deze verwachting moet de mailing dan uiteraard waar maken. Hoe verder de gewekte verwachting en inlossing uit elkaar liggen, hoe groter het uitschrijfpercentage. ‘Dit aanbod is het beste dat je in heel je leven zal tegenkomen’ is daarom wellicht niet de beste formulering.
Retorische vragen, een persoonlijke touch, verleiding en humor: deze vier zaken zijn een prima houvast om in gedachten te houden.
Ook belangrijk om te onthouden als het gaat om het e-mailonderwerp: de beschikbare lengte. Afhankelijk van je device (pc versus het brede assortiment aan smartphones) ligt het aantal beschikbare karakters tussen de 41 en 70. Zo heeft Gmail er 70 en een iPhone er slechts 41.
3. Schrijf vlotte, actieve content
Oké, de e-mail is geopend. Nu moet je de aandacht vast zien te houden. Informeer, overtuig en enthousiasmeer je lezer voor jouw producten en/of diensten. Een mailing heeft jouw branding als kapstok. Nu moet de inhoud de aandacht grijpen. De vorm kan daarbij helpen:
-Varieer in zinslengte. Schrijf zinnen van 5 tot 15 woorden.
-Zorg voor een prettig leesritme door regelmatig een punt te zetten.
-Vlotte woorden lezen makkelijk. Vermijd taaie woorden zoals alsmede, thans en teneinde.
-Keep it simple!
4. Betrek je ontvanger (want het gaat niet om jou!)
Ga een gesprek aan met de ontvanger. Gebruik daarbij de je- of u-vorm. Het gaat niet om je organisatie, maar wél om degene voor wie je schrijft. Wie zich aangesproken voelt, zal je tekst graag lezen. Een afstandelijke, ambtelijke of saaie tekst wordt zelden tot de laatste letter gelezen.
5. Maak je Call-to-Action actief
"Klik hier" is nietszeggend: de verleiding om erop te klikken is minimaal. Probeer woordgroepjes als "Ontdek meer" of "Bestel direct’ of "Maak een afspraak" zijn concreter en meer activerend.
Hou de woordgroepjes compact. Dus niet: "Als je op deze knop drukt, krijg je je aanbieding".
Overweeg dan liever om een tweede call-to-action toe te voegen. Want een keuze hebben is altijd fijn en verlaagt de drempel om actie te ondernemen. Bijvoorbeeld: "Meer info" en "Bestel nu".
6. Experimenteer altijd
Blijven experimenteren is belangrijk. Door benchmarks op te stellen, te kijken wat werkt en wat niet, leer je zelf waarop jouw publiek het best reageert. Als jouw e-mailprogramma het toelaat, doe dan ook regelmatig een A/B testing . Bij een A/B test maak je van een tekstueel concept zoals een e-mail twee versies (versie A en versie B), en vervolgens kijk je welke van beide de beste resultaten opleverde na de lancering van je actie.
Succes alvast!
